Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook zullen er in die tijden [59]velen opstaan [60]tegen den koning van het Zuiden; en [61]de scheurmakers uws volks [62]zullen verheven worden, [63]om het gezicht [64]te bevestigen, doch [65]zij zullen vallen. 59. Te weten Joden, of andere omliggende koningen en volken met Antiochus aanspannende. 60. Tegen Ptolomeus, zich voegende bij Antiochus. 61. Hebreeuws, de kinderen des verbrekers; of doorbrekers van uw volk; o Daniel, dat is, uit de Joden, die met hunne handelingen de republied als in stukken scheuren. Sommigen verstaan dit van den priester Onias en zijn aanhang, die naar Egypte zijn getrokken, en hebben aldaar een tempel en altaar opgericht, voorgevende dat zij dat deden om te bevestigen het gezicht of de profetie van Jesaja, Jes.19:19,21: Te dien dage zal de HEERE een altaar hebben in het midden van Egypteland, enz. 62. Namelijk tot eer, of zullen zich verheffen, dat is, opwerpen, om scheuring aan te richten. 63. Dat is, opdat God aldus deze profetie van Daniel bevestigt, de harten zijner uitverkorenen des te meer van de overige delen derzelve verzekerd worden. Anderen verstaan het van hun voornemen om de profetie van Jes.19:19,21 naar hunne beduiding te vervullen. 64. Hebreeuws, te doen staan. 65. Hebreeuws, struikelen, aanstoten; dat is, zij zullen teniet komen.